Wereldwijde onderhandelingen over plasticvervuiling in Busan: uitdagingen en hoop naast elkaar
Onderhandelingen over wereldwijde plasticvervuiling in Busan: uitdagingen en hoop naast elkaar
Van 25 november tot 2 december 2024 werd in Busan, Zuid-Korea, de vijfde sessie van het Intergovernmental Negotiating Committee on Plastic Pollution (INC-5) van de Verenigde Naties gehouden, waarmee opnieuw wereldwijd aandacht werd besteed aan de voortgang van het beheer van plasticvervuiling. Hoewel de bijeenkomst uiteindelijk niet tot een juridisch bindend wereldwijd verdrag leidde, wordt het proces nog steeds gezien als een cruciale stap in de richting van systemisch beheer van plasticvervuiling wereldwijd.
Wereldwijde focus op Busan: deelname van 178 landen
De conferentie bracht meer dan 1.400 officiële vertegenwoordigers van 178 lidstaten samen, samen met meer dan 2.300 vertegenwoordigers van intergouvernementele organisaties, VN-agentschappen, NGO's, de academische wereld en de media. Het doel was om een juridisch bindend internationaal verdrag op te stellen dat de gehele levenscyclus van plastic bestrijkt om het steeds ernstiger wordende probleem van wereldwijde plasticvervuiling aan te pakken.
Plasticvervuiling is de op twee na grootste wereldwijde milieucrisis geworden, na klimaatverandering en verlies aan biodiversiteit. Gegevens tonen aan dat er wereldwijd elk jaar meer dan 400 miljoen ton plastic wordt geproduceerd, waarvan bijna een derde niet goed wordt beheerd en uiteindelijk in oceanen, rivieren en de bodem terechtkomt, wat ernstige bedreigingen vormt voor ecosystemen en de menselijke gezondheid.
Aanzienlijke verdeeldheid over belangrijke kwesties
Hoewel alle landen het eens zijn over het doel om plasticvervuiling te verminderen, bestaan er nog steeds grote verschillen als het gaat om specifieke bestuursmaatregelen. Dit leidt tot trage voortgang in de onderhandelingen.
Grenzen aan de productie van plastic
Decoalitie met hoge ambitie, inclusief deEuropese Unie, de Afrikaanse Unie, Canada, Japan en meer dan 100 andere landenpleit voor het beperken van plasticproductie bij de bron en het stellen van wereldwijde reductiedoelen. Ze stellen dat alleen door plasticproductie te controleren, vervuiling fundamenteel kan worden ingeperkt.
Anderzijds,landen met lage ambitiezoalsSaoedi-Arabië, Rusland, Iran en Indiazijn tegen productiebeperkingen en zijn van mening dat de nadruk in plaats daarvan moet liggen op het verbeteren van afvalbeheer- en recyclingsystemen om economische ontwrichtingen en negatieve gevolgen voor de petrochemische industrie te voorkomen.
Regulering van gevaarlijke chemicaliën en microplastics
Er zijn grote meningsverschillen tussen ontwikkelingslanden en ontwikkelde landen over de regulering van gevaarlijke chemicaliën in plastic producten en microplasticvervuiling. Sommige ontwikkelingslanden maken zich zorgen dat te strenge milieunormen de productiekosten zullen verhogen en een negatief effect zullen hebben op de gerecyclede plasticindustrie.Financiering en technologische ondersteuningsmechanismen
Een ander belangrijk twistpunt is financiële steun. Ontwikkelingslanden eisen financiële en technische assistentie van ontwikkelde landen om plasticvervuiling aan te pakken, en stellen dat historische emissieverantwoordelijkheden in overweging moeten worden genomen om eerlijk en rechtvaardig mondiaal bestuur te garanderen.
Resultaat van de conferentie: geen overeenkomst bereikt, maar een basis voor samenwerking versterkt
Na een week van intensieve onderhandelingen slaagde INC-5 er niet in om een consensus te bereiken over de definitieve tekst, maar resulteerde dit wel in de oprichting van dederde ontwerp van de tekst van de voorzitterDe deelnemers kwamen overeen om de volgende onderhandelingsronde in 2025 te houden om de besprekingen over onopgeloste kwesties voort te zetten.
Aan het einde van de bijeenkomst,Inger Andersen, uitvoerend directeur van het Milieuprogramma van de Verenigde Naties (UNEP),verklaarde:
"De wereldwijde inzet om plasticvervuiling aan te pakken is duidelijk en onmiskenbaar. Hoewel er op deze bijeenkomst geen definitieve overeenkomst werd bereikt, toonden vertegenwoordigers van alle landen een sterke bereidheid om samen te werken en uitdagingen op te lossen. Dit is een belangrijke stap richting wereldwijd bestuur."
Reacties van milieuorganisaties en de industrie
Milieuorganisaties uitten hun teleurstelling over het uitblijven van een akkoord. Greenpeace benadrukte dat de wereldwijde plasticvervuilingscrisis urgent is en riep op tot sterkere beleidsmaatregelen en duidelijke toezeggingen van overheden om de productie te verminderen.
Ondertussen spraken verschillende multinationals hun steun uit voor het verdragsproces.IKEA, Unilever, Walmart,en andere grote wereldwijde consumentenmerken drongen erop aan dat de toekomstige overeenkomstverplicht dat ten minste 30% van de plastic verpakkingen uit gerecyclede materialen bestaaten een uniform recyclingsysteem opzetten om een circulaire economie te bevorderen.
De betekenis van de Busan-bijeenkomst voor de gerecyclede kunststofindustrie
Ondanks de uitdagende onderhandelingen gaf de bijeenkomst in Busan een positief signaal af:Wereldwijd neemt de aandacht voor het beheer van plasticvervuiling toe, wat ongekende kansen creëert voor de gerecyclede plasticindustrie.
Naarmate het wereldwijde beleid strenger wordt,het gebruik van recyclebare en gerecyclede kunststoffen wordt een onstuitbare trendZodra het verdrag is afgerond, zal het naar verwachting een impuls gevende toegenomen vraag naar gerecycled plastic wereldwijd, stimuleert de vooruitgang in recyclingtechnologieën en bevordert de ontwikkeling van groene toeleveringsketens.
Deskundigen uit de sector suggereren dat, in afwachting van de komende beleidsmatige druk en marktverschuivingen,Bedrijven die wereldwijd gerecyclede kunststoffen produceren, moeten zich proactief voorbereiden door de productkwaliteit te verbeteren en de certificeringssystemen te verbeteren., zoalsGRS (Global Recycled Standard) certificering en TC (Transaction Certificate) uitgifte.